- Managementparticipatie Private Equity op de schop?
Er worden wellicht veranderingen voorgesteld die de private equity sector kunnen raken. Eén daarvan betreft de binnen private equity populaire management participaties, ook wel Management Incentive Plans (MIP’s) genoemd. Private Equity-investeerders maken veelvuldig gebruik van MIP’s wanneer ze managers laten mee-investeren.
Dergelijke participaties kunnen voor de managers zeer lucratief zijn vanwege een ingebouwde hefboom. Echter, als dat het geval is worden dergelijke belangen als “lucratief belang” bestempeld waarvan de inkomsten belast zijn tegen het hoge tarief van maximaal 49,5% (in box 1). De wet biedt de mogelijkheid om deze heffing onder voorwaarden te voorkomen en het lucratief belang te belasten tegen 33% (in box 2). Zeker in internationale situaties was deze heffing niet waterdicht en daarom gaan er nu geluiden op om de mogelijkheid om een lucratief belang via box 2 af te wikkelen, in te perken of zelfs af te schaffen. Ook zijn wat andere ‘reparaties’ voorgesteld.
Op dit moment geldt er een regeling in de loonbelasting die het mogelijk maakt werknemers vervroegd met pensioen te laten gaan, waarbij zij een vergoeding krijgen van de werkgever zonder dat hier een boete van 52% is verschuldigd (de zogenoemde vrijstelling van de Regeling voor Vervroegde Uittreding (RVU)). Deze regeling loopt eind 2025 af.
Eind augustus is ‘uitgelekt’ dat het kabinet geld gaat reserveren om tot een nieuwe vroegpensioenregeling te komen. Of dit specifiek ziet op werknemers met een zwaar beroep is nog niet bekend.
- 30% regeling loonbelasting
Onder deze regeling worden vergoedingen van werkgevers voor werknemers die uit het buitenland worden geworven en in dienst worden genomen onder voorwaarden gedeeltelijk niet belast. Dit deel van de vergoeding wordt dan als (extraterritoriale) kosten beschouwd.
Deze 30%-regeling is per 1 januari 2024 versoberd. Het nieuwe kabinet gaat deze versobering waarschijnlijk per 1 januari 2025 terugdraaien. Wel zou het percentage van 30 vervangen worden door 27 is ‘uitgelekt’.
- Eenverdienersproblematiek
Door een onbedoelde en complexe samenloop van fiscaliteit, toeslagen en sociale zekerheid is er een groep alleenverdienende huishoudens met een arbeidsongeschiktheidsuitkering die een lager besteedbaar inkomen heeft dan een paar in de bijstand. Een specifieke groep dus. Om dit op te lossen wordt aan een herinvoering van de overdraagbare algemene heffingskorting voor deze beperkte groep per 2028 gewerkt.
- Voorkoming dubbeltelling excessief lenen
Er komt een hardheidsclausule ter voorkoming van onvoorziene dubbeltellingen bij personenvennootschappen in het kader van de Wet excessief lenen. Lenen van de BV boven € 500.000 wordt in dit kader gezien als een dividenduitkering. In specifieke situaties kan het voorkomen dat er een dubbeltelling ontstaat. Dit is ongewenst en daarom wordt dit aangepast. Deze hardheidsclausule moet later worden omgezet in wetgeving.
- Aanpassing MKB-winstvrijstelling
De MKB-winstvrijstelling zou per 2025 worden verlaagd van 13,31% naar 12,7%. De gedachte was om het verder te verlagen naar 12,03%. Echter, volgens het Hoofdlijnenakkoord vindt de extra verlaging niet plaats en wordt het 12,7%.
- Tarief inkomstenbelasting
De grens naar de derde schijf in de inkomstenbelasting (het toptarief van 49,5%) gaat minder snel omhoog. Daarnaast wordt het tarief in de eerste schijf wat hoger i.v.m. dekking van de hogere huurtoeslag. In het Hoofdlijnenakkoord wordt een derde schijf in de inkomstenbelasting gesuggereerd in verband met een lastenverlichting op arbeid en verlaging van de marginale druk voor burgers.
Begin september is ‘uitgelekt’ dat dit inderdaad waarschijnlijk het geval is. Hoe dit er precies uit gaat zien, is nog niet bekend.
In België woonachtige zeevarenden kunnen de ingehouden loonbelasting niet verrekenen met de Nederlandse inkomstenbelasting, omdat zij niet belastingplichtig zijn voor de Nederlandse IB. De belastingdienst dient op grond van art. 15 AWR de ingehouden loonbelasting bij voor bezwaar vatbare beschikking te verrekenen. Deze wetswijziging draagt er zorg voor dat in de situatie waarin het heffingsrecht exclusief aan Nederland is toegewezen op grond van een belastingverdrag, Nederland diens heffingsrecht kan effectueren in situaties dat de dienstbetrekking volledig buiten Nederland wordt vervuld.
- Verbetering aftrek zorgkosten
In dit kader wordt voorgesteld om:
- Het begrip paramedicus te verduidelijken;
- De aftrek reiskosten bezoek van langdurig verpleegde personen te verbeteren;
- De aftrek vervoerskosten te vereenvoudigen door invoering van een forfait (in lijn met de huidige forfaitaire regeling voor aftrek van reiskosten voor ziekenbezoek).
De uitvoerbaarheid van de regeling aftrek voor specifieke zorgkosten moet hierdoor worden verbeterd.
- Fiscaal faciliëren van vereenvoudigde zusterfusie
De fiscale regelingen voor juridische fusie worden aangepast zodat de vereenvoudigde fusie – voor zover mogelijk – ook onder het toepassingsbereik van die regelingen vallen. Hierdoor ontstaat een doorschuiffaciliteit voor de aanmerkelijkbelanghouder, zodat een vereenvoudigde zusterfusie niet direct tot belastingheffing leidt.
- Internationale waardeoverdracht pensioen
Het Hof van Justitie EU heeft beslist dat de Nederlandse voorwaarden voor het internationaal overdragen van pensioen gedeeltelijk in strijd zijn met Europees Recht. In dit kader moeten enkele aanpassingen plaatsvinden in de Pensioenwet en Invorderingswet.
Het nieuwe kabinet wil de giftenaftrek in de inkomstenbelasting (en vennootschapsbelasting) te beperken. Een eerste stap wordt per 2025 gezet en verdere beperking vindt plaats per 2028.
Volgens het Hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet gaat het hoogste tarief in box 2 omlaag van 33% naar 31%.
Volgens het Hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet gaat het tarief in box 3 omlaag. Hoeveel is niet duidelijk. De verwachting is niet dat er al wetswijzigingen zullen volgen naar aanleiding van de arresten van de Hoge Raad van 6 juni 2024. Mede door deze arresten is het maar de vraag of het tarief in box 3 omlaag zal gaan.
- Wetsvoorstel aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsregelingen 2025
Het voorstel (beoogde ingangsdatum 2026) wil de toegang tot de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting (BOR) en de doorschuifregelingen aanmerkelijk belang bij vererving of schenking in de inkomstenbelasting (DSR) beperken tot gewone aandelen met een minimaal belang van 5% van het geplaatste kapitaal.
Daarnaast wordt voorgesteld de bezits- en voortzettingseis in de BOR te versoepelen. Ook wordt voorgesteld de voortzettingstermijn te verkorten van vijf naar drie jaar. Dit zou al per 1 januari 2025 in moeten gaan. Ook wil men onbedoeld gebruik van de BOR tegengaan. Allereerst wil het kabinet de bezitstermijn verlengen voor de BOR voor schenkers en erflaters op hoge leeftijd, ruim boven de AOW-gerechtigde leeftijd (tegengaan rollatorinvesteringen). Daarnaast wil het kabinet de dubbel-BOR tegengaan.