Bedrijfsopvolging: De Hoge Raad hoort, ziet en zwijgt over de bezitstermijn

Het blijft voorlopig onduidelijk hoe de bezitstermijn moet worden getoetst bij een splitsing van een dochtervennootschap met meerdere deelnemingen en activiteiten. De Hoge Raad deed vrijdagmiddag geen uitspraak over de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) bij de zogenaamde ‘horen en zien’-casus. De Hoge Raad verwijst de zaak terug naar een ander Hof. In dit perspectief behandelen we de casus, wat we tot zover weten en welke actie mogelijk ondernomen moet worden.  

Hoe werkt de bedrijfsopvolgingsregeling?

Bij de schenking of vererving van ondernemingsvermogen is de verkrijger schenk- of erfbelasting verschuldigd over de waarde van het ondernemingsvermogen. Bij toepassing van de BOR is ruim 83% van het ondernemingsvermogen onder voorwaarden vrijgesteld. Een van de voorwaarden is dat de schenker de aandelen ten minste vijf jaren voorafgaande aan de schenking in bezit moet hebben gehad en de vennootschap waarin de aandelen worden gehouden de onderneming ook gedurende deze periode moet hebben gedreven (hierna: de bezitstermijn). Ingeval van overlijden geldt een bezitstermijn van één jaar.

De ‘horen en zien’ casus?

In de voorgelegde casus was sprake van een vennootschap met twee aandeelhouders en waarin twee activiteiten waren ondergebracht: opticien- en audicienactiviteiten. Op enig moment hebben de aandeelhouders besloten de zakelijke activiteiten te scheiden met behulp van een juridische splitsing, waarbij moeder de hoorcentra en de neef de optiekcentra heeft voortgezet.

Moeder schenkt haar aandelen binnen vijf jaren na de splitsing aan haar zoon. De Belastingdienst is van mening dat moeder binnen de bezitstermijn haar belang in de hoorcentra heeft uitgebreid van 49% naar 100%. De uitbreiding van 51% voldoet in de visie van de Belastingdienst niet aan de bezitstermijn, waardoor de zoon de BOR slechts zou kunnen toepassen op 49% van de waarde van de onderneming.

Hoe ‘spreekt’ de Hoge Raad?

De Hoge Raad geeft helaas geen concreet antwoord op de vraag of de uitbreiding van 51% voldoet aan de bezitstermijn. Een ander Hof moet gaan beoordelen of de verschillende hoor- en optiekcentra aparte ondernemingen zijn en zo ja, of met betrekking tot deze ondernemingen wordt voldaan aan de bezitsvereisten. Het komt ons voor dat de Hoge Raad de beslissing hierover nog even voor zich uit wenst te schuiven, mede met het oog op de geplande aanpassing van de BOR.

Wat is de toekomst van de BOR?

Zoals beschreven in onze eerdere perspectieven wordt de BOR aangepast, zie: bericht 1, bericht 2 en bericht 3. Het kabinet wil exploitatie van vastgoed uitsluiten van de BOR. Of en in hoeverre de vrijstelling wordt verlaagd is nog niet bekend. Op dit moment onderzoekt het kabinet hoe de bedrijfsopvolgingsregeling verbeterd kan worden. De uitkomsten daarvan worden voor de zomer van 2023 gepresenteerd. Alle pijlen zijn er op gericht dat de BOR per 1 januari 2024 is aangepast. 

Kom tijdig in actie, wij helpen graag

Gelet op deze toekomstverwachtingen kan het fiscaal gunstig zijn een (geplande) bedrijfsoverdracht naar voren te halen om zo te kunnen profiteren van de nu geldende regels. Overweegt u (op korte termijn) uw onderneming over te dragen aan de volgende generatie? Wij overleggen graag wat de mogelijkheden zijn.

Neem direct contact op